Alkmaar Open

Meedoen aan wedstrijden

De belangrijkste wedstrijdtermen

Hajimé = Beginnen of doorgaan

Matté = Stoppen

Matté
Matté

Osae Komi = Houdgreep

Osae Komi
Osae Komi

Toketa = houdgreep verbroken

Waza ari = bijna vol punt 7 punten

Waza ari
Waza ari

Ippon = vol punt 10 punten

Shido = straf

Hansoku Make = diskwalificatie / Ippon voor de tegenstander

Sore-Made = einde van de wedstrijd

Het Scorebord

Op het scorebord bij de wedstrijdmat is af te lezen welke waarderingen en straffen er door de scheidsrechters aan de beide judoka’s zijn gegeven.

Rechts staat de score voor de judoka met de rode wedstrijdband of het blauwe pak en links staat de score voor de judo met de witte wedstrijdband of het witte judopak

Een hansoku-make (diskwalificatie / Ippon voor de tegenstander) bestraffing en een ippon-score, worden nooit op het scorebord aangegeven.

Voorbeelden van overtredingen die leiden tot een SHIDO:

  • Passief judoën, kont naar achter
  • Schijnaanval maken
  • Vingers van de ander naar achteren buigen om greep te verbreken  of vingers in de mouw van de tegenstander doen of broekspijp.
  • Met vriendjesworp (arm om het hoofd) iemand met het hoofd de mat in duwen.
  • Vijf seconden of langer aan een kant judoën en niet aanvallen (bijvoorbeeld 1 hand mouw 1 hand revers)

Voorbeelden van overtredingen die leiden tot een HANSOKU-MAKE:

  • 3x een shido krijgen
  • een tegenstander die op de mat ligt optillen, om hem daarna weer op de mat te werpen
  • tijdens de wedstrijd onnodig roepen, opmerkingen of gebaren maken, met de bedoeling de tegenstander of de scheidsrechter te kleineren
  • met het hoofd naar de mat “duiken” als je een heupworp inzet (zo kan je jezelf ernstig verwonden)

WAZA-ARI, 7 punten.

Een ‘bijna ippon’-score. Als een judoka zijn wedstrijdpartner onder controle heeft geworpen en die werptechniek net niet voldoende is voor een ippon. Bijvoorbeeld als de werptechniek minder snel of minder krachtig werd uitgevoerd, of dat de vallende judoka niet voor het grootste gedeelte of zijn rug belandde.

Als een judoka zijn wedstrijdpartner gedurende 15 seconden of meer, maar minder dan 20 seconden na de aankondiging osae-komi zo vast houdt, dat hij zich hier niet uit kan bevrijden.

WAZA ARI AWASETE IPPON

Een tweede waza-ari score die automatisch ippon betekent.  Het betekent dat twee waza-ari’s één ippon maken

IPPON, 10 punten.

Als een judoka zijn wedstrijdpartner gecontroleerd en met aanzienlijke kracht en snelheid werpt. Uke moet daarbij grotendeels op de rug geworpen worden.

Als een judoka zijn wedstrijdpartner gedurende 20 seconden na de aankondiging osae-komi zo vasthoudt, dat hij zich hier niet uit kan bevrijden.

Als een judoka opgeeft door met zijn hand of voet 2 of meer keer af te kloppen bij voorkeur op het lichaam van de wedstrijdpartner. Meestal gebeurt dit tijdens een houdgreep, armklem of verwurging. (verwurgingen mogen vanaf de klasse -15 en armklemmen vanaf de klasse -18)

Als een judoka wordt uitgeschakeld door het resultaat van een toegepaste controletechniek (uitsluitend bij senioren) of wanneer Uke afklopt vanwege deze techniek. Door deze regel mogen scheidsrechters niet meer zelf ingrijpen wanneer zij denken dat een verwurging of aanklem voldoende is aangezet en het resultaat daardoor voldoende duidelijk is.

Als één van de twee judoka’s een hansoku-make -bestraffing krijgt, wordt de andere judoka automatisch tot winnaar (met ippon) uitgeroepen.

Voor alle vragen mag u mij natuurlijk altijd mailen: info@Beentjesjudosport.nl

Geef een reactie